Dat je last krijgt van dikke vingers tijdens het wandelen, is vrij normaal. Eén op de vier mensen heeft er last van, soms zo erg dat ze de ringen niet meer van hun vingers krijgen. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen. Ook bij andere sporten kan het verschijnsel optreden.
Het is een naar gevoel die papperige, stijf aanvoelende vingers en handen. Het treedt meestal op als het warm is en bij een flinke inspanning.
Volgens sommige artikelen komt dit omdat de bloedvaten verder open gaan staan om op die manier je lichaam af te koelen. Anderen zeggen dat je bloed door de inspanning sneller wordt rondgepompt waardoor de bloedcirculatie versnelt.
Maar eigenlijk is iedereen het erover eens dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de oorzaak van dit verschijnsel.
Als je alleen last heb van gezwollen handen tijdens het wandelen of sporten, hoef je je er gelukkig geen zorgen over te maken. Het gaat vanzelf weer over. Het is gewoon een vervelend gevoel. Je kunt er alleen voor zorgen dat je er minder last van hebt.
8 tips om opgezwollen handen en dikke vingers tijdens het wandelen tegen te gaan
1. Draag geen ringen of horloge
Als je vingers afgekneld worden door een strak zittende ring kan dit erg pijnlijk worden. Er zit niets anders op dan ze tijdens het wandelen af te doen. Hetzelfde geldt voor strak zittende horloge- of sportbanden. Als je je hartslag wil meten met een smartwatch, kijk dan of je deze hoger op de arm kunt dragen.
2. Maak tijdens het lopen draai- en zwaaibewegingen met de armen boven het hoofd
Vaak helpt het als je van een zwaai- een draaibeweging maakt. Naar voren en achteren draaien met je arm, geeft bij veel mensen verlichting. Ook kun je met de handen boven je hoofd wapperen. Door deze beweging stimuleer je de bloedsomloop terwijl je het bloed naar beneden laat zakken.
3. Knijp en strekoefeningen met de hand
Je vingers afwisselend strekken en tot een vuist ballen helpt ook. Sommige wandelaars gebruiken hier een stressballetje voor. Ook dit bevordert de bloedsomloop.
4. Loop met (Nordic) walking sticks.
Het meenemen van walking sticks op een lange tocht is een aanrader. Niet alleen omdat deze je ondersteunen bij het lopen, maar ook omdat het lichtjes knijpen of vasthouden van de stokken het zwellen van je handen tegengaan.
Wandelstokken zijn de moderne vervangers van de pelgrimsstaf. Ze ondersteunen je bij het lopen en het lopen met twee stokken is beter voor je lichaam. Vooral bij het klimmen en dalen ondervind je voordeel van deze wandelstokken. Bij het klimmen kun je ze gebruiken om je omhoog te duwen en bij het afdalen kun je ze gebruiken om jezelf tegen te houden en zo je knieën en heupen te ontlasten. Ze helpen rugklachten voorkomen, omdat je rechtop loopt en ze voorkomen dikke vingers omdat je je armen beweegt.
Als je meer wilt weten over wandelstokken raad ik je aan om de keuzehulp van Bever te lezen.
Zij vertellen je alles over hoe je de beste stokken kunt kiezen op basis van je activiteit, je lengte, het materiaal en leggen je alles uit over de eigenschappen van de wandelstokken.
Mijn voorkeur gaat uit naar de Leki Traveller Carbon Nordic Wandelstok. Deze is licht (380 gram per paar), inschuifbaar tot 62 cm en gemakkelijk in te stellen tussen de 90 cm en 130 cm.
Ik koop mijn producten (ook kleding) graag bij Bever. Ze hebben goede producten en een prima klantenservice. Tot nu toe geen klachten!
5. Gebruik wandelstokjes
Als je echt niet wilt lopen met walking sticks (of deze te duur vindt) kun je gebruik maken van wandelstokjes. Deze werken hetzelfde als walking sticks, je knijpt er in waardoor de bloedcirculatie wordt gestimuleerd. Met hun mooie en gladde afwerking voelen ze prettig aan.
Als je geen geld wilt uitgeven, kun je zelf stokjes zoeken om in te knijpen. Misschien iets minder glad, maar net zo effectief.
6. Houd de banden van je rugzak vast ter hoogte van je hart
Als je de rugzak vasthoudt ter hoogte van je hart of net daarboven, zul je minder last hebben van gezwollen handen. Sommige rugzakken zijn zelfs voorzien van een lus waar je je duimen in kunt steken. Uiteraard kun je de lussen ook zelf maken.
7. Koel je handen
Als het warm weer is, kun je proberen je handen af te koelen. Hiervoor kun je een koelhandoek of koelsjaal gebruiken. Sowieso is een koelhandoek een fijne aanvulling voor het wandelen in de hitte.
8. Blijf voldoende drinken
Zorg dat je voldoende water of sportdrank drinkt. Een algemene richtlijn is dat je iedere 20 minuten ongeveer 100 ml drinkt. Als je meer zweet, moet je meer drinken. Je lichaam voelt dit meestal feilloos aan. Je moet drinken als je dorst krijgt of je mond wat droog aanvoelt. Het ligt voor de hand – ik weet het – maar ik heb zelf ervaren dat ik wel dorst had, maar geen zin had om het lauwe water uit mijn waterfles te drinken. Niet zo erg als het koel is, maar bij warm weer kan dit je echt opbreken!
Meestal zijn dikke vingers en opgezwollen handen onschuldig, maar...
Zoals gezegd hoef je je niet te veel zorgen te maken over dikke vingers en het opzwellen van je handen tijdens het wandelen. Toch kan het een symptoom zijn van iets ernstigers. Bij extreme hitte kan het duiden op uitdroging en/of oververhitting. Het opzwellen van de handen is dan één van de bijverschijnselen, waarschijnlijk heb je meer last van verwardheid, vermoeidheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid of kramp.
Als je last hebt van dit soort verschijnselen in combinatie met gezwollen vingers, neem je direct maatregelen om af te koelen. Zoek een plekje in de schaduw, waai jezelf lucht toe en drink water. Verkoel jezelf met een koelsjaal of maak jezelf nat. Ga pas verder lopen als je je beter voelt.
In dit artikel kun je lezen wat je kunt doen om oververhitting te voorkomen.
Als de zwelling van de handen niet vanzelf overgaat of als je er lang last van blijft houden, kun je beter een arts raadplegen. Er zijn andere redenen waarom je handen op kunnen zwellen zoals een allergische reactie of ophoping van vocht (oedeem). Lees voor meer informatie dit artikel van mens en gezondheid.
